Wonen betekent dat de omstandigheden vrijwel gelijk zijn aan die van de huiselijke omgeving waar
de jongvolwassenen uit komen. Voor elke jongvolwassene moet er een afzonderlijke kamer zijn
waarin hij/zij zich zo nu en dan kan terugtrekken. Te denken valt ook aan l of 2 kamers voor 2
personen als dat wenselijk is. In verband met de huursubsidie moeten de kamers voorzien zijn van een keukenblok en badkamer.

Omdat we streven naar gezamenlijk wonen, zullen wij als ouders en begeleiders bevorderen dat de
jongvolwassenen met elkaar en met hun omgeving (omwonenden, familie en vrienden) contact
onderhouden. Wonen wordt gefinancierd vanuit de Wajong van de jongvolwassene.
 
Per jongvolwassene wordt een zorg/ /begeleidingsplan opgemaakt waarin collectieve en individuele
zorg wordt beschreven. Speerpunt is dat er altijd ruimte moet zijn voor individuele zorg in de vorm van een spel, wandeling, etc. In verband met de zorgvraag zal er 's nachts altijd begeleiding moeten zijn.
 
Ondanks de verstandelijke handicap zal toch getracht moeten worden om de jongvolwassene zich zoveel mogelijk te laten ontwikkelen, maar de ontwikkeling mag nooit in de weg staan van hun geluk, vrijheid en vertrouwen (ontwikkeling naar vermogen).

Bij thuiskomst van de dagbesteding moeten de jongvolwassenen de ruimte krijgen om zich te ontspannen. Gezamenlijk iets drinken en verhalen uitwisselen.

Van de ouders wordt verwacht dat zij zich actief inzetten en met elkaar de visie en manier waarop de
begeleiding/zorg wordt uitgevoerd blijven toetsen, waarbij het uitgangspunt is: een sociaal (warm)
thuis. De samenwerking met één zorgaanbieder heeft de voorkeur. Er moet ruimte blijven voor
individuele zorgaanbieders als dit noodzakelijk is of de jongvolwassenen behoefte hebben aan 1 op 1
begeleiding/zorg.

De begeleiding/zorg kan gefinancierd worden vanuit het PGB